Ik zal ook een blog maken over mijn kolonie Camponotus cruentatus:
deze kolonie kreeg ik in het voorjaar van 2004 aan vanuit Frankrijk. Op dat moment bestond de kolonie uit de koningin en 4 minor werksters. De koningin was dus gevonden na een bruidsvlucht van 2003, en ze was dus afkomstig van een eitje gelegd in het najaar van 2002. Het is een grondbewonende Camponotus soort, waarvan ik de kleurschakering heel mooi vind. De mieren zijn veel slanker en tengerder gebouwd dan houtbewonende Camponotussoorten.
Een geluk dat ik op dat moment er geen blog over heb gemaakt, want na 2 maanden was de kolonie nog maar aangegroeid met 2 werksters. De werksters bleven timide en kwamen maar zelden in de buitenwereld. Voedsel werd ternauwernood aangenomen. Initieel zaten ze in een gipsnest in een buitenwereld.
In september 2004 was de kolonie aangegroeid tot een tiental werksters, en in de herfst heb ik ze naar een proefbuisje overgebracht: toen had ik ook de beschikking over Shelfordella tartara, en op een dieet van 1 Shelfordella per nacht (ze werden 's nachts opgehaald) groeide de kolonie in het najaar uit tot een 40tal werksters.
Ik zal zoveel mogelijk de nu al beschikbare informatie door wijzigingen incorporeren in dit stukje. Allereerst zal ik de fotoreeks over de verhuis naar hun eerste gipsnest overnemen.
Vragen of opmerkingen?
deze kolonie kreeg ik in het voorjaar van 2004 aan vanuit Frankrijk. Op dat moment bestond de kolonie uit de koningin en 4 minor werksters. De koningin was dus gevonden na een bruidsvlucht van 2003, en ze was dus afkomstig van een eitje gelegd in het najaar van 2002. Het is een grondbewonende Camponotus soort, waarvan ik de kleurschakering heel mooi vind. De mieren zijn veel slanker en tengerder gebouwd dan houtbewonende Camponotussoorten.
Een geluk dat ik op dat moment er geen blog over heb gemaakt, want na 2 maanden was de kolonie nog maar aangegroeid met 2 werksters. De werksters bleven timide en kwamen maar zelden in de buitenwereld. Voedsel werd ternauwernood aangenomen. Initieel zaten ze in een gipsnest in een buitenwereld.
In september 2004 was de kolonie aangegroeid tot een tiental werksters, en in de herfst heb ik ze naar een proefbuisje overgebracht: toen had ik ook de beschikking over Shelfordella tartara, en op een dieet van 1 Shelfordella per nacht (ze werden 's nachts opgehaald) groeide de kolonie in het najaar uit tot een 40tal werksters.
Ik zal zoveel mogelijk de nu al beschikbare informatie door wijzigingen incorporeren in dit stukje. Allereerst zal ik de fotoreeks over de verhuis naar hun eerste gipsnest overnemen.
Vragen of opmerkingen?