Cfr. Verklarende Woordenlijst;
Polymorfisme: Eigenschap van een mierensoort, waarbij de werksters in duidelijk verschillende groottes voorkomen, evolutionair aangepast aan het werk dat ze moeten verrichten en de energie die het aan de kolonie kost om dieren van deze grootte te maken. Men spreekt over minors, media's en majors, en soms nog over supermajors. Als de media-kaste ontbreekt spreekt men wel eens van soldaten, hoewel deze term misleidend is. Sommige soldaten zijn immers zo duur voor de kolonie, dat ze niet kunnen geriskeerd worden in gevechten. De supermajors bij Pheidologeton diversus kunnen 500 keer zwaarder wegen dan de kleinste minor, en worden bij oorlogen dus nooit ingezet. Ze kunnen immers zeer gemakkelijk uitgeschakeld worden door veel minder dan 500 werkstertjes. Ze functioneren in de kolonie eerder als een soort bulldozers.